In een vijver met een
karperachtig soort zijn de waterplanten eerder een lekkernij en hebben
aanplantingen meestal geen zin. In elke andere vijvervorm zijn waterplanten
een absolute noodzaak om tot een biologisch evenwicht te komen!
Oeverplanten,
waterlelies, en zuurstofplanten hebben voor een goede groei ten minste 6 uur
zonlicht per dag nodig.
Een plek onder of in de buurt van loof- en
naaldbomen is niet aan te raden.
De beste planttijd is vanaf mei tot augustus.
Koop waterplanten in de zomer of in het najaar.
Ze zijn een heel stuk beter
ontwikkeld en sterker dan waterplanten die je in het vroege voorjaar zou
kopen.
De kans op een betere groei ligt heel wat hoger.
Vijverplanten worden ingedeeld volgens de dieptezones waarin ze groeien; van
de rand (moeraszone) tot het diepste punt van uw vijver.
Meestal plant men ze in speciale vijvermandjes met speciale vijvergrond
(gewone pot of tuingrond vervuilt de vijver) Maar nog beter is
vijversubstraat afgedekt met een laag grind zodat vissen de grond niet uit
de pot woelen.Vijversubstraat is neutraal, poreus en bevuilt de vijver niet.
Gebruik nooit gewone gesloten bloempotten (plastic potten)
om uw vijverplanten in te planten.
Zwavel en andere schadelijke gassen
zullen zich opstapelen, wortels zullen stikken en rotten.Mini soorten voor kleine vijvers of terraskuipen.
Nieuw aangekochte waterplanten spoel je het beste eerst
af. Zo
voorkom je dat eventuele aanwezige parasieten of kroos mee je vijver in
belanden.
Waterplanten kunt u ook ontsmetten met kaliumpermanganaat of zout.
Waterplanten zijn dus
planten die groeien in of onder het water. Tot deze categorie behoren
waterlelies, onderwaterplanten, moerasplanten en drijfplanten.
Zuurstofplanten zijn meestal ook onderwaterplanten. Andere buitenbeentjes
zijn de (natte) oeverplanten. Zij groeien niet graag in of onder het water
maar houden vooral van een natte, vochtige bodem en planten we daarom
meestal rondom de vijver aan.
Bij de aanplanting van
een vijver is altijd een mix van deze plantengroepen nodig om een mooi
concept en een goed resultaat te krijgen.
Sommige waterplanten
hebben een enorme uitbreidingskracht. Dat hoeft op zich geen nadeel te zijn.
Vooral in grotere vijvers kan het ook een voordeel zijn. Het zijn dus
planten waarvan je er in de kleine vijver er niet teveel van moet
indoen.Geregeld uitdunnen zal noodzakelijk zijn!
Het
doel van de waterplanten in het watermilieu is bijzonder eenvoudig. Ze behoren tot het leven van de vijver.
Waterplanten zijn belangrijk voor
een goed biologisch evenwicht. Ze halen grote hoeveelheden voedingsstoffen
uit het water en zorgen daarmee voor voedselarm water waarin algen nog maar
weinig kans van leven hebben. Het resultaat is een heldere vijver.
Om te
functioneren hebben planten licht en warmte nodig. Licht en zonneschijn
verwarmen de bodem van de vijver. Daarom groeien waterplanten op dieptes van meer dan
1.20-1.50 m niet meer.
In
een vijver op een schaduwrijke plek zullen waterplanten slecht of niet
kunnen groeien wegens gebrek aan licht en warmte. Teveel zon en dus warmte
kan dan weer in de volle zomer tot een te grote opwarming van het water
leiden (zuurstofgebrek). We kunnen echter dit ook makkelijk bijsturen met
drijfplanten die dan zorgen voor schaduw en afkoeling.
Ze vormen wel wortels, maar op enkele uitzonderingen na dienen die
niet om zich vast te hechten, alleen maar om voedsel uit het water te halen.
Een aantal zijn niet winterhard, maar zijn mooi om te zien in de vijver.
Sommige soorten kunnen zich explosief
vermeerderen door deling of uitlopers.
Haal te grote hoeveelheden regelmatig
uit de vijver, anders wordt het te donker in het water eronder.
De drijvende
planten hebben een hele belangrijke rol in de vijver. Ze verminderen de
invloed van zonlicht en onttrekken er ook nog eens flinke hoeveelheden
voedingstoffen aan. Daardoor wordt sterke algengroei tegen gegaan.
Dit is een heel
belangrijke groep waterplanten. Niet omdat ze zo mooi zijn,
maar vanwege hun functie in de vijver.
Ze zijn ongelofelijk belangrijk voor
een goed biologisch evenwicht.
Deze planten halen een grote hoeveelheid
voedingsstoffen uit het water en zorgen daarmee voor voedselarm water waarin
algen nog maar weinig kans van leven hebben.
Het resultaat is een heldere
vijver.
Een tweede functie van deze planten is hun productie van zuurstof
die voor een deel door het water wordt opgenomen. Dat wordt daardoor
zuurstofrijker en dat helpt weer om de gezonde, natuurlijke afbraakprocessen
van afval materiaal in de vijver beter te laten verlopen, waardoor er minder
snel rotting in de bodemlagen zal voor komen.
Hoe meer zuurstofplanten, hoe
beter.
Neem
zeker 4 a 5 bosjes zuurstofplanten per kubieke meter
vijverwater.
Soorten als waterpest,
hoornblad en blaasjeskruid hoeft je niet te planten, die kan je, als ze met
een gewicht verzwaard worden, zo in het water laten zakken. Nooit met
lood!
Veel bosjes zuurstofplanten worden verkocht met wat lood eraan, dit is zeer
giftig voor de vijver! Verwijder dat en vervang het door iets anders.
Zuurstofplanten moeten groen zien. Bruine planten
koopt je beter nooit.
Deze planten groeien
in de oeverzone die van ondiep water tot natte grond loopt.
Omdat het
waterniveau van de vijver door neerslag en verdamping altijd wisselt, is
voor deze planten een standplaats van 0 tot wel 40 á 50 cm diep water
acceptabel of - wat bijna op hetzelfde neerkomt - noodzakelijk.
Zet de
planten in waterplantmanden van een flinke maat.
Voor planten die kunnen
woekeren is het zelfs beter om dichte bakken te gebruiken, dan groeien de
wortelstokken er niet zo snel uit en blijven de planten wat langer binnen de
ruimte die je voor ze bedoelde.
Hoofdzaak is dat je de
moerasplantenbegroeiing goed kunt onderhouden en dat het minder snel een
warboel wordt.
Door aanplant in bakken en manden voorkomt je ook dat
minder sterke planten binnen de kortste keren door de woekeraars worden verdrukt.
Dit is een hele
belangrijke groep waterplanten, vanwege hun functie in de vijver.
Ze zijn
natuurlijk belangrijk voor een goed biologisch evenwicht in de vijver, net
als de zuurstofplanten.
Ook deze planten halen grote hoeveelheden
voedingstoffen uit het water, en zorgen daarmee voor voedselarm water waarin
algen nog maar weinig kans van leven hebben.
Dit is een groep
planten dat wat moeilijk van de overige moeras en oeverplanten te
onderscheiden is en daar meestal gemakshalve maar bij gerekend wordt.
Toch
is er een essentieel verschil. De natte oeverplanten willen wel met hun
wortels in natte tot vochtige grond staan, maar verdragen een waterstand
hoger dan het maaiveld maar gedurende zeer korte periodes. Is zo'n
waterstand langdurig te hoog, dan rotten de planten weg, en is de grond een
flinke tijd vrij droog, dan gaan ze dood.
Waterlelies mag men niet direct in de diepte zetten.
Eerst zet men deplant in de ondiepe (warme) zone.
Als het blad langere stelen krijgt mag men ze op de hun
definitieve plaats zetten.
Voorzie ook voldoende zuurstofplanten voor een heldere vijver!
De bloemen en
bladeren van lelies liggen normaal op het water.
Wanneer de bloemen en
bladeren op een stengeltje staan, boven het wateroppervlak, dan wordt de
lelieplant te groot en moet hij in de zomer gedeeld worden.
Dit geldt niet
voor Nymph. Rose Arey. Bij deze soort staan altijd de bloemen op een steeltje.
Vervoer
Vermijdt het uitdrogen van de zuurstofplanten, waterpest
is
bijvoorbeeld al na 10 tot 15 minuten zwaar afgetakeld.
Doe de zuurstofplanten in een goed met kranten verpakte
plastic zak die goed is dichtgeknoopt.
Het vocht blijft in de zak en condenseert tegen het
plastic.
Zet de plastic zakken nooit in de zon, de
zuurstofplanten kunnen anders verbranden.